nefriet

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

nefriet
Uitspraak
Woordafbreking
  • ne·friet
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Grieks [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord nefriet nefrieten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de nefrietm

  1. (mineraal) groene halfedelsteen die zou beschermen tegen nierziekten met Ca2(Mg,Fe)5[(OH,F)(Si4O11)]2 als chemische samenstelling
Vertalingen

Gangbaarheid

35 % van de Nederlanders;
31 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen