navigatieapparatuur

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  navigatieapparatuur    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• na·vi·ga·tie·ap·pa·ra·tuur

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  navigatie zn  en  apparatuur zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	navigatieapparatuur
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de navigatieapparatuur v

1. toestellen waarmee men de weg kan vinden

   ▸ Het is nog niet duidelijk hoe de aanvaring heeft kunnen gebeuren. De waterpolitie onderzoekt het incident. Waarschijnlijk duurt het onderzoek nog een paar weken, omdat het uitlezen en analyseren van de navigatieapparatuur veel tijd kost.

   ▸ De schade als gevolg van gestolen auto-onderdelen en goederen uit auto's, bedraagt 350 miljoen euro. Het gaat dan om onder meer navigatieapparatuur, winterbanden en airbags, maar ook braakschade is meegeteld.

Gangbaarheid

• Het woord navigatieapparatuur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.