natte
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- nat·te
Woordherkomst en -opbouw
- nat met de uitgang -e
Bijvoeglijk naamwoord
natte
- verbogen vorm van de stellende trap van nat
- ▸ De natte zweetsokken hing ik met veiligheidsspelden achter op mijn rugzak.[1]
Uitdrukkingen en gezegden
Werkwoord
vervoeging van |
---|
natten |
natte
- enkelvoud verleden tijd van natten
- Ik natte.
- Jij natte.
- Hij, zij, het natte.
- Ik natte.
- aanvoegende wijs van natten
Verwijzingen
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018),