namen
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
![]() |
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: namen (hulp, bestand)
- IPA: / ˈnamə(n) / (2 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /namə(n)/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /namə(n)/
Woordafbreking
- na·men
Zelfstandig naamwoord
namen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord naam
- ▸ De jongen naast me deed zijn koplamp aan waardoor de in de muur gekraste namen zichtbaar werden: hier waren al eerder mensen gestrand.[1]
Werkwoord
vervoeging van |
---|
nemen |
namen
- meervoud verleden tijd van nemen
- Wij namen.
- Jullie namen.
- Zij namen.
- Wij namen.
Anagrammen
Gangbaarheid
- Het woord namen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "namen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018),
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Nedersaksisch
Zelfstandig naamwoord
namen
- meervoud van naam
Veluws
Zelfstandig naamwoord
namen
- meervoud van naam
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 5
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Nederlands
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %
- Woorden in het Nedersaksisch
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Nedersaksisch
- Woorden in het Veluws
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Veluws