n'en avoir rien à branler
Frans
Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
n'en avoir rien à branler
- (spreektaal) schijt hebben aan
- «J'en ai rien à branler!»
- Dat kan me geen ruk schelen! [1]
- «J'en ai rien à branler!»
n'en avoir rien à branler