musket
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- mus·ket
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘ouderwets geweer’ voor het eerst aangetroffen in 1584 [1]
- Van het Oudfranse moschet
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | musket | musketten |
verkleinwoord | musketje | musketjes |
Zelfstandig naamwoord
musket o
- een oud wapen waarmee een soldaat vuurde
- Voorbeeldzin met het musket erin.
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord musket staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "musket" herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
79 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.