multiwinkel
- Geluid: multiwinkel (hulp, bestand)
- mul·ti·win·kel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | multiwinkel | multiwinkels |
verkleinwoord | multiwinkeltje | multiwinkeltjes |
de multiwinkel m
- (handel) een winkel die een breed gamma aan niet-voedingsartikelen aanbiedt
- «Multiwinkels, een voornamelijk West-Vlaams fenomeen, verkopen een beetje van alles: klusmateriaal, speelgoed, keukenspullen, elektro, papierwaren en zo verder.[1]»
- Het woord 'multiwinkel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Janart, M. (2 november 2020). Multiwinkels verbaasd dat ze dicht moeten: "Klanten gaan nu gewoon elders winkelen". VRT NWS.