multi-inzetbaar
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- mul·ti-in·zet·baar
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van inzetten met het voorvoegsel multi-met het achtervoegsel -baar
Bijvoeglijk naamwoord
multi-inzetbaar
- voor verschillende taken geschikt
- Claudine Sleeswijk-Monart en Wendy Vrijenhoek zijn twee van de ongeveer elf dames die in de Benelux actief zijn als stuntvrouw. Stuntmensen proberen zo multi-inzetbaar mogelijk te zijn, maar de meesten hebben een eigen specialisme, zoals paarden-, motor- en autostunts, vechten of vallen (van gemiddelde en grote hoogte).[1]
Gangbaarheid
- Het woord multi-inzetbaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Sabeth Snijders NRC 18 mei 2016