mots
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- mots
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | mots | motsen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
mots m
- paard of hond met afgesneden staart of oren
Werkwoord
vervoeging van |
---|
motsen |
mots
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van motsen
- Ik mots.
- gebiedende wijs van motsen
- Mots!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van motsen
- Mots je?
Gangbaarheid
- Het woord mots staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "mots" herkend door:
15 % | van de Nederlanders; |
17 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ mots op website: Etymologiebank.nl
- ↑ mots op website: Etymologiebank.nl
- ↑ mots op website: Etymologiebank.nl
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be