motsen
Uiterlijk
- mot·sen
motsen [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
motsen |
motste |
gemotst |
zwak -t | volledig |
- verminken van een dier
- de oren korten van een dier
- iemand doden of iemand verscheuren
- [2] moetsen
de motsen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord mots
de motsen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord motse
- Het woord motsen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "motsen" herkend door:
16 % | van de Nederlanders; |
18 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ motsen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Werkwoord in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 16 %
- Prevalentie Vlaanderen 18 %