motorrijden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: motorrijden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- mo·tor·rij·den
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van motor en rijden
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
motorrijden |
||
onvolledig |
Werkwoord
motorrijden
- rijden op een motorfiets
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord motorrijden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.