mononucleose
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- mo·no·nu·cle·ose
Woordherkomst en -opbouw
Zelfstandig naamwoord
mononucleose
- (medisch) vermeerdering van eenkernige witte bloedlichaampjes
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord 'mononucleose' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.