mitrailleurvuur

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mi·trail·leur·vuur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord mitrailleurvuur mitrailleurvuren
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het mitrailleurvuuro

  1. het schieten met een snelvuurwapen
     Een gepensioneerde Lufthansa-piloot wees eerder op de kogelgaten in de wrakstukken, die volgens hem eerder van mitrailleurvuur dan van raketscherven afkomstig zouden zijn. Ook een OVSE-waarnemers zegt vlak na de crash dat de sporen lijken op kogelgaten, maar later in Nieuwsuur zegt dat hij een leek is op dit vlak.[2]
     Op 13 november vorig jaar vielen hier binnen en op het terras twintig doden. Maar het leven gaat door, zegt Reiberberg. "De terroristen hebben ons geraakt, maar ze krijgen ons niet kapot." Reibenberg stond die avond zelf in de zaak. Het mitrailleurvuur raasde door het café, hij gooide zich op de grond. Zijn vrouw Djamila werd dodelijk getroffen, ze overleed in zijn armen.[3]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 11 oktober 2022 Weblink bron “Zin en onzin over neerhalen MH17” (Donderdag 16 oktober 2014), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 11 oktober 2022 Weblink bron “'Ze hebben ons geraakt, maar ze krijgen ons niet kapot'” (Vrijdag 11 november 2016), NOS