misbruikpriester
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- mis·bruik·pries·ter
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van misbruik zn en priester zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | misbruikpriester | misbruikpriesters |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de misbruikpriester m
- priester die zich schuldig maakt aan het plegen van misbruik
Gangbaarheid
- Het woord misbruikpriester staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.