mijnt af

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mijnt af
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
afmijnen

mijnt (...) af

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afmijnen
    • Jij mijnt af. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afmijnen
    • Hij mijnt af. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van afmijnen
    • Mijnt af! 

Gangbaarheid