merkstift
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- merk·stift
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van merken ww en stift zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | merkstift | merkstiften |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- een soort viltstift waarmee, met moeilijk uitwisbare inkt, op bijna alle ondergronden geschreven kan worden
- ▸ De bandenprikker die actief is in het Westland, laat teksten achter op de auto's waarvan hij de banden lekprikt. Dat bevestigt de politie aan Omroep West. 'Fijne feestdagen' met als afzender 'de bandenprikker', stond er eind december op de auto's met een merkstift geschreven.[1]
- ▸ Belinda's kinderen krijgen weinig mee van wat hun moeder vertelt. Ze nemen ondertussen met moeite afscheid van hun kampgenootjes en de leiding. Haar zoon laat trots de namen zien die vriendjes op zijn armen schreven met merkstift. Tariq, Willem-Jan, Tom.[2]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'merkstift' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Bandenprikker Westland laat teksten achter op auto's” (05-01-2016), NOS
- ↑ Weblink bron “'Ouders voelen sterk de druk om te betalen, ook als het niet kan'” (05-09-2016), NOS