merkel

Uit WikiWoordenboek
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: Merkel


Nederlands

1. Een U-vormige merkel op een binnenvaartschip.
Uitspraak
Woordafbreking
  • mer·kel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord merkel merkels
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de merkelm

  1. (scheepvaart) balk of staaf die ter ondersteuning van een luik dwars over de luikopening wordt gelegd
     Een merkel is een dwarsscheepse balk waar een luik op rust.[3]
  2. (scheepvaart) hoepel voor het drogen van zeilen

Gangbaarheid

27 % van de Nederlanders;
35 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. merkel op website: Etymologiebank.nl
  3. Bronlink geraadpleegd op 16 maart 2020 Weblink bron “Merkel: een dwarsscheepse balk waarop de luiken van een ruim rusten.” op FriesScheepvaartMuseum.nl
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be