Naar inhoud springen

menace

Uit WikiWoordenboek
enkelvoud meervoud
menace menaces

menace

  1. bedreiging, dreiging
vervoeging
onbepaalde wijs to  menace 
he/she/it  menaces 
verleden tijd  menaced 
voltooid
deelwoord
 menaced 
onvoltooid
deelwoord
 menacing 
gebiedende wijs  menace 

menace

  1. overgankelijk bedreigen
  2. overgankelijk intimideren
  3. overgankelijk in gevaar brengen


enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  menace     la menace     menaces     les menaces  

menace v

  1. bedreiging
  2. dreiging
vervoeging van
menacer

menace

  1. eerste en derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van menacer
  2. eerste en derde persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van menacer
  3. tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs (impératif présent) van menacer