meerkatachtige

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Mandril (Mandrillus sphinx)
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • meer·kat·ach·ti·ge
enkelvoud meervoud
naamwoord meerkatachtige meerkatachtigen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

meerkatachtige

  1. (primaten) zoogdier uit een van de twee onderfamilies Cercopithecinae op Wikispecies van de familie apen van de Oude Wereld (Cercopithecidae). De andere is de onderfamilie slankapen (Colobinae). Deze onderfamilie heeft twee geslachtengroepen: meerkatten (Cercopithecini) en hondsapen (Papionini). De meerkatachtigen tellen 76 soorten
Hyperoniemen
Hyponiemen

Gangbaarheid

Meer informatie