medicamenteus
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- me·di·ca·men·teus
Woordherkomst en -opbouw
- afleiding medicament met het achtervoegsel -eus
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | medicamenteus | medicamenteuzer | medicamenteust |
verbogen | medicamenteuze | medicamenteuzere | medicamenteuste |
partitief | medicamenteus | medicamenteuzers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
medicamenteus
- (medisch) met behulp van geneesmiddelen
- ▸ De onderzoekers van het Brandwondencentrum Beverwijk proberen de omvang van de aandoening in Nederland preciezer in beeld te krijgen. Maar bovenal: hoe na chirurgie de minst verminkende littekens kunnen ontstaan en hoe de vleesetende bacterie medicamenteus (met antibiotica) het beste kan worden bestreden. De Nederlandse Brandwonden Stichting ondersteunt de studie.[1]
- ▸ Steeds meer afwijkingen van het ongeboren kind zijn voor de geboorte al te behandelen. Niet alleen medicamenteus maar ook operatief. Dick Oepkes: „Artsen moeten voorzichtig zijn met het invullen van het toekomstplaatje voor de ouders. Het is hún kind.”[2]
Gangbaarheid
- Het woord medicamenteus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "medicamenteus" herkend door:
65 % | van de Nederlanders; |
60 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron
RENÉ STEENHORST“Vleesetende bacterie woekert: jaarlijks tientallen doden omdat ’het beest’ te laat wordt herkend” (11 okt. 2018), De Telegraaf - ↑
Weblink bron
Huib de Vries“De baarmoeder als operatiekamer” (13-02-2019), Reformatorisch Dagblad - ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be