medicament
Uiterlijk
- Geluid: medicament (hulp, bestand)
- me·di·ca·ment
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘geneesmiddel’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1608 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | medicament | medicamenten |
verkleinwoord | medicamentje | medicamentjes |
het medicament o
- (medisch) een chemische stof die een bepaalde, gewenste werking op het (dierlijk of menselijk) lichaam uitoefent
1. zie: medicijn
- Het woord medicament staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "medicament" herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "medicament" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be