maximalist

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • maxi·ma·list
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord maximalist maximalisten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de maximalistm

  1. (politiek) iemand die streeft naar inwilliging van al zijn wensen en verlangens
     Zelf aardde hij wat zijn overtuigingen aanging naar zijn oom, zo deelde het praatgrage jongmens mee, en was hij een extremist en maximalist in alles: in kwesties van leven, politiek en kunst.[1]
     Stephen Sestanovich, professor aan Columbia University en lid van de Council on Foreign Relations, schreef het boek 'Maximalist'. Hij beschrijft daarin de terugkomende patronen in het Amerikaanse buitenlands beleid vanaf de Tweede Wereldoorlog. Zo betoogt hij dat na een actief presidentschap er steeds een president komt die zich meer terugtrekt, en vervolgens kritiek krijgt voor zijn gebrek aan ideeën. Ziet Sestanovich dat patroon ook terugkomen bij Obama?[2]
Verwante begrippen
Antoniemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. “Dokter Zjivago” (1957), G.A. van Oorschot op Wikipedia, ISBN 9789028261396
  2. Bronlink geraadpleegd op 3 april 2022 Weblink bron “Obama's aanval: kracht of tanende macht?” (23-09-2014), NOS