Naar inhoud springen

materialiteit

Uit WikiWoordenboek


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ma·te·ri·a·li·teit
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord materialiteit materialiteiten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de materialiteitv

  1. het stoffelijk of lichamelijk tastbaar zijn
     Net als bij de hoogdimensionale ruimte-ervaring voelden ze de grootsheid van de hoogdimensionale materialiteit.[1]
     Hiermee haalde Gramsci een belangrijke en zelfverlammende angel uit het marxistische principe van materialiteit en determinisme: cultuur is gewoon en dus overal.[2]
  2. (boekhouding) maatstaf in auditing en accounting die bepaalt of een bepaald bedrag al dan niet significant is
Synoniemen


Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Liu Cixin
    “Het einde van de dood” (2021), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044645835
  2. Babette Hellemans
    “Cultuur” (2014), Amsterdam University Press op Wikipedia, ISBN 9789089646040