masteluin

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mas·te·luin
Woordherkomst en -opbouw
  • Ontleend aan het Franse mestillon, dat afkomstig is van het Latijnse mixtellum.
enkelvoud meervoud
naamwoord masteluin masteluinen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

masteluin m en o

  1. (voeding) een mengsel van half tarwe-, half roggemeel
    • Deeg van masteluin rijst minder gemakkelijk dan gewoon meel. 
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

9 % van de Nederlanders;
18 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be