marketingbudget

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mar·ke·ting·bud·get
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord marketingbudget marketingbudgetten
marketingbudgets
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het marketingbudgeto

  1. (economie) de hoeveelheid geld die men kan besteden aan reclame doeleinden
     Een luxe gouden verpakking is dus geen garantie voor een voedzaam hapje. Dat het voer zo duur is heeft volgens Opzeeland vooral te maken met het marketingbudget dat nodig is om het product te promoten.[1]
     Daarnaast krijgt het personeel flinke bonussen voor de behaalde resultaten en wordt het marketingbudget waarschijnlijk verhoogd in de concurrentiestrijd met de nieuwe Iphone van Apple.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 14 december 2022 Weblink bron “Foodwatch: dierendiner vol 'afval'” (Donderdag 4 oktober 2012, 15:31), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 14 december 2022 Weblink bron “Opnieuw recordwinst Samsung” (Vrijdag 5 oktober 2012, 03:00), NOS