marcheert binnen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- mar·cheert bin·nen
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
binnenmarcheren |
marcheert (...) binnen
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van binnenmarcheren
- Jij marcheert binnen.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van binnenmarcheren
- Hij marcheert binnen.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van binnenmarcheren
- Marcheert binnen!
Gangbaarheid
- Het woord marcheert binnen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.