maquillage
Uiterlijk
- Geluid: maquillage (hulp, bestand)
- ma·quil·la·ge
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘het schminken’ voor het eerst aangetroffen in 1939 [1]
- Naamwoord van handeling van maquilleren met het achtervoegsel -age [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | maquillage | maquillages |
verkleinwoord | - | - |
de maquillage v
- Het woord maquillage staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "maquillage" herkend door:
57 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ "maquillage" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ maquillage op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be