maakten ruzie
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: maakten ruzie (hulp, bestand)
- IPA: / ˈmaktə(n) ˈryzi / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- maak·ten ru·zie
Woordherkomst en -opbouw
- uit maakten (werkwoord) en ruzie (zelfstandig naamwoord), hiertussen kunnen nog andere woorden staan
Werkwoord
vervoeging van |
---|
ruziemaken |
maakten (…) ruzie
- meervoud verleden tijd van ruziemaken
- Wij maakten ruzie.
- Jullie maakten ruzie.
- Zij maakten ruzie.
- Wij maakten ruzie.
Gangbaarheid
- Het woord maakten ruzie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.