maakten af
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: maakten af (hulp, bestand)
Woordafbreking
- maak·ten af
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afmaken |
maakten af
- meervoud verleden tijd van afmaken
- Wij maakten af.
- Jullie maakten af.
- Zij maakten af.
- Wij maakten af.
Gangbaarheid
- Het woord maakten af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.