luchtvaarthistorie
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- lucht·vaart·his·to·rie
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van luchtvaart zn en historie zn
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | luchtvaarthistorie | |
| verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de luchtvaarthistorie v
- (geschiedenis) (luchtvaart) geschiedenis van de luchtvaart; het verleden van de luchtvaartn
- ▸ 27 maart 1977: Twee jumbo's van KLM en PanAm botsen op de luchthaven van het Spaanse eiland Tenerife. Er vallen 583 doden, waarvan 267 aan boord van het KLM-toestel. De ramp geldt nog altijd als die met de meeste slachtoffers in de luchtvaarthistorie.[1]
- ▸ "In 2012 zijn de eerste stukjes gevonden", zegt Alfons Bruekers van Stichting Regionaal Archeologisch Bodemonderzoek bij 1Limburg. Maar jarenlang bleef onzeker van welk toestel die afkomstig waren. "Nu weten we het zeker. Een soort coldcase uit de luchtvaarthistorie is opgelost", zegt Bruekers.[2]
Gangbaarheid
- Het woord 'luchtvaarthistorie' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron “Overzicht vliegrampen met Nederlanders” (Woensdag 12 mei 2010, 16:35), NOS
- ↑ Weblink bron “75 jaar later is er zekerheid voor nabestaanden vliegtuigcrash Asten” (Zaterdag 1 februari 2020, 16:13), NOS
