luchtvaartbedrijf

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  luchtvaartbedrijf    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• lucht·vaart·be·drijf

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  luchtvaart zn  en  bedrijf zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	luchtvaartbedrijf	luchtvaartbedrijven
verkleinwoord	luchtvaartbedrijfje	luchtvaartbedrijfjes

Zelfstandig naamwoord

het luchtvaartbedrijf o

1. (luchtvaart), (bedrijfskunde) een bedrijf dat vervoer door de lucht aanbiedt

   ▸ United wil de toestellen kopen van Boom Supersonic uit Denver, dat momenteel werkt aan een eerste prototype. Als de toestellen voldoen aan alle veiligheids- en milieueisen, zal het luchtvaartbedrijf ze daadwerkelijk aankopen. Het heeft bovendien nog een optie op 35 toestellen meer. United hoopt dat passagiers in 2029 tickets kunnen boeken.

   ▸ Het bericht over de overname van Airtrade kwam een dag nadat Air France-KLM de slechtste resultaten uit zijn bestaan bekend had gemaakt. Doordat door de coronapandemie een groot deel van het vliegverkeer afgelopen jaar plat lag, boekte het luchtvaartbedrijf een verlies van 7,1 miljard euro.

Synoniemen

• luchtvaartmaatschappij

Gangbaarheid

• Het woord luchtvaartbedrijf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.