lsd
Uiterlijk
- lsd
- Leenwoord uit het Engels of Duits, in de betekenis van ‘een hallucinerend middel’ voor het eerst aangetroffen in 1966 [1]
- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lsd | - |
verkleinwoord | - | - |
- (scheikunde) lysergeenzuurdi-ethylamide (C20H25N3O) is een stof die kan worden gebruikt als drug
- wie wat meer wil weten over lsd, kan eens het boek 'The electric kool-aid acid test' van Tom Wolfe lezen over de belevenissen hiermee van Ken Kesey en de Merry Pranksters
- Zonder Alexander zou de wereld er anders uitgezien hebben. Voor al die beesten, en voor mij. Het was zo'n geruststelling om 's ochtends wakker te worden na een LSD-trip en het vertrouwde geklater uit Alexanders gieter te horen. [3]
- Het woord lsd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "lsd" herkend door:
79 % | van de Nederlanders; |
80 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "lsd" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ etymologiebank.nl
- ↑ Sandes, DavidDe wondermethode 2006 ISBN 9044509543 pagina 15
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be