loyalist
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- lo·y·a·list
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | loyalist | loyalisten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
loyalist m
- iemand die trouw blijft aan zijn idealen
- Van Houwelingen was in vier kabinetten staatssecretaris van Defensie (van 1981 tot 1989). Hij diende onder premier Dries van Agt, waar hij zich opstelde als loyalist. Samen met een aantal andere Kamerleden steunde hij het eerste kabinet Van Agt niet voluit, maar toetste elk voorstel van het kabinet aan zijn principes. Daarna zat hij ook nog in twee kabinetten van premier Ruud Lubbers. [2]
- trouwe aanhanger
- Trump benoemde ook de loyalisten Hope Hicks, Jason Miller en Dan Scavino in zijn publiciteitsteam. [3]
- voorstanders van een Noord-Ierland als onderdeel van Groot-Brittannië
- In de jaren '70, tijdens de jaren van geweld in Noord-Ierland, werd hij diverse malen gearresteerd en vastgezet. In 1984 raakte hij zwaargewond door een aanslag door loyalisten, de voorstanders van een Noord-Ierland als onderdeel van Groot-Brittannië. [4]
- tijdens de Amerikaanse vrijheidsoorlog iemand die trouw aan Engeland bleef
Hyponiemen
Gangbaarheid
- Het woord loyalist staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "loyalist" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen.[5] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ 1,0 1,1 loyalist op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Tubantia 17-03-13 CDA'er Jan van Houwelingen overleden
- ↑ De Telegraaf 22 dec. 2016 Trump stelt Spicer voor als woordvoerder
- ↑ De Telegraaf 30 apr. 2014 Sinn Fein-leider gepakt voor moord
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be