loyaal
Uiterlijk
- lo·yaal of: loy·aal bij meer oorspronkelijke uitspraak
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘trouw’ voor het eerst aangetroffen in 1281 [1]
- afgeleid van het Franse loyal (met het achtervoegsel -aal) [2] [3]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | loyaal | loyaler | loyaalst |
verbogen | loyale | loyalere | loyaalste |
partitief | loyaals | loyalers | - |
loyaal
- trouw zijnd aan iemand of de groep waartoe iemand behoort
- Volgens Harris tonen de opmerkingen van John Kelly aan dat Trump "geen leger wil dat loyaal is aan de grondwet van de VS. Hij wil een leger dat hem persoonlijk trouw zal zijn, iemand die zijn bevelen zal gehoorzamen, zelfs als hij hen zegt de wet te overtreden of hun eed aan de grondwet te negeren".[4]
- Het woord loyaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "loyaal" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ "loyaal" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Wiktionnaire
- ↑ loyaal op website: Etymologiebank.nl
- ↑ www.vrt.be (24 okt 2024)
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Leenwoord met variatie in uitspraak in het Nederlands
- Leenwoord met variatie in afbreking in het Nederlands
- WikiWoordenboek:Pagina's die ISBN magische koppelingen gebruiken
- Achtervoegsel -aal in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %