logt uit
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- logt uit
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
uitloggen |
logt uit
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitloggen
- Jij logt uit.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitloggen
- Hij logt uit.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitloggen
- Logt uit!
Gangbaarheid
- Het woord logt uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.