logen af

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • lo·gen af
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
aflogen

logen (...) af

  1. meervoud tegenwoordige tijd van aflogen
vervoeging van
afliegen

logen (...) af

  1. meervoud verleden tijd van afliegen
    • Wij logen af. 
    • Jullie logen af. 
    • Zij logen af. 

Gangbaarheid