loer af
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- loer af
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afloeren |
loer (...) af
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afloeren
- Ik loer af.
- gebiedende wijs van afloeren
- Loer af!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afloeren
- Loer je af?
Gangbaarheid
- Het woord 'loer af' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.