lipgloss

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

lipgloss
Uitspraak
Woordafbreking
  • lip·gloss
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Engels [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord lipgloss
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de lipglossm

  1. (cosmetica) materiaal dat men op de lippen kan aanbrengen zodat ze glimmen en meer volume lijken te hebben
     Ze heeft nu de knoop doorgehakt: "Ik wil iets meer volume in mijn lippen en niet meer iedere dag volumegevende lipgloss gebruiken."[2]
     Plessen vindt het vooral indrukwekkend om te zien dat de familie "het voor elkaar krijgt dat iedereen hun spullen wil hebben." "Er werken bij mij 470 vrouwen en al die vrouwen kijken de serie of hebben wel eens gekeken. En er komen vaak pakketjes binnen van een lipgloss van de Kardashians, of weer eens wat tape."[3]
Synoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. lipgloss op website: Etymologiebank.nl
  2. Bronlink geraadpleegd op 13 maart 2024 Weblink bron
    Michael de Smit
    “Voor het eerst geteld: honderdduizenden kiezen voor cosmetische behandeling” (8 april 2018, 09:05), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 13 maart 2024 Weblink bron “'Enorme marketingmachine' Keeping up with the Kardashians stopt na 14 jaar” (9 september 2020, 06:37), NOS