linteel
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- lin·teel
Woordherkomst en -opbouw
- via Middelnederlands linteel en Oudfrans lintel van middeleeuws Latijn lintellus [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | linteel | lintelen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het linteel o
- (bouwkunde) draagbalk van hout, steen, beton of ijzer boven een muuropening (zoals voor een raam of deur)
- ▸ Om de glasramen van een winkelpui te kunnen vervangen, moet het graniet van de plint en van het linteel verwijderd worden.[2]
Synoniemen
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'linteel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Middelnederlandsch Woordenboek
- ↑ Weblink bron Marc MattheussensOorsprong en identiteit van polychrome granieten als siersteen voor gebouwen uit de belle époque in Antwerpen (circa 1894-1914) in:Genootschap voor Antwerpse GeschiedenisHistoriANT 2021-9: Jaarboek voor Antwerpse geschiedenis, jrg. 9 (2021), Gompel & Svacina, Antwerpen / 's-Hertogenbosch, ISBN 9789463713221, p. 64