ligt klaar

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ligt klaar
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
klaarliggen

ligt (...) klaar

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van klaarliggen
    • Jij ligt klaar. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van klaarliggen
    • Hij ligt klaar. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van klaarliggen
    • Ligt klaar!