ligt gereed

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ligt ge·reed
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
gereedliggen

ligt (...) gereed

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gereedliggen
    • Jij ligt gereed. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gereedliggen
    • Hij ligt gereed. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van gereedliggen
    • Ligt gereed!