lig klaar
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- lig klaar
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
klaarliggen |
lig (...) klaar
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van klaarliggen
- Ik lig klaar.
- gebiedende wijs van klaarliggen
- Lig klaar!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van klaarliggen
- Lig je klaar?