liert op
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- liert op
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
oplieren |
liert (...) op
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van oplieren
- Jij liert op.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van oplieren
- Hij liert op.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van oplieren
- Liert op!
Gangbaarheid
- Het woord liert op staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.