leugenprofeet
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- leu·gen·pro·feet
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van leugen en profeet [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | leugenprofeet | leugenprofeten |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de leugenprofeet m
- iemand die valse voorspellingen doet
Gangbaarheid
- Het woord 'leugenprofeet' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.