leña

Uit WikiWoordenboek

Spaans

Uitspraak
Woordafbreking
  • le·ña
enkelvoud meervoud
leña leñas

Zelfstandig naamwoord

leña v

  1. brandhout

Werkwoord

vervoeging van
leñar

leña

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van leñar
  2. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van leñar