launch
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- launch
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Engels [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | launch | launches |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
launch m
- de lancering van een raket
- (figuurlijk) de introductie van een nieuw product op de markt
- (scheepvaart) soort grote sloep
Werkwoord
vervoeging van |
---|
launchen |
launch
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van launchen
- Ik launch.
- gebiedende wijs van launchen
- Launch!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van launchen
- Launch je?
Gangbaarheid
- Het woord launch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.