launch

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • launch
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Engels [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord launch launches
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de launchm

  1. de lancering van een raket
  2. (figuurlijk) de introductie van een nieuw product op de markt
  3. (scheepvaart) soort grote sloep

Werkwoord

vervoeging van
launchen

launch

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van launchen
    • Ik launch. 
  2. gebiedende wijs van launchen
    • Launch! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van launchen
    • Launch je? 

Gangbaarheid

Verwijzingen