landjepik

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • land·je·pik
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord landjepik
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het landjepiko

  1. het veroveren of toe-eigenen van een gebied
     "Daarnaast moeten Nederlandse bedrijven, banken en pensioenfondsen zich inspannen om iedere betrokkenheid bij landjepik te voorkomen", aldus Van der Lee.[1]
     Er vliegen nu geen bommen door de lucht rond Kinmen. Maar ook hier probeert China Taiwan te intimideren. Niet direct om Kinmen binnen te vallen. Met landjepik, á la Poetin met de Krim, valt er weinig te winnen, zeggen deskundigen: China wil de volledige buit. Het Volksbevrijdingsleger meldt op socialmediaplatform Weibo dat de trainingen bedoeld zijn om 'aanvallen op land en over zee' te testen.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 13 januari 2023 Weblink bron “Oxfam: steeds meer landjepik Afrika” (Donderdag 22 september 2011, 03:50), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 13 januari 2023 Weblink bron
    Sjoerd den Daas
    “Taiwanezen willen zelf ook het liefst bij China horen, denken ze in Xiamen” (Zaterdag 6 augustus 2022, 18:31), NOS