krijg klein
Uiterlijk
- Geluid: krijg klein (hulp, bestand)
- krijg klein
vervoeging van |
---|
kleinkrijgen |
krijg (...) klein
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kleinkrijgen
- Ik krijg klein.
- gebiedende wijs van kleinkrijgen
- Krijg klein!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kleinkrijgen
- Krijg je klein?
- Het woord krijg klein staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.