krijg beet
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: krijg beet (hulp, bestand)
Woordafbreking
- krijg beet
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
beetkrijgen |
krijg (...) beet
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beetkrijgen
- Ik krijg beet.
- gebiedende wijs van beetkrijgen
- Krijg beet!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beetkrijgen
- Krijg je beet?