koppie

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kop·pie

Zelfstandig naamwoord

het koppieo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord kop met het achtervoegsel -ie
  2. (figuurlijk) (informeel) (met reduplicatie) pienter verstand, slimheid
     De één zegt: “U had volkomen gelijk meneer. Dat was wat je noemt koppie, koppie”. De ander zegt: “Dat is sterk meneer, wij liepen maar domweg voorbij maar u had de situatie door”.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron
    Jos Ruting
    Een plaatje dat je nooit vergeet in: Hollands Maandblad op Wikipedia, Jaargang 6 (1964-1965), Stichting Hollands Weekblad, Den Haag, p. 22 op dbnl.org op Wikipedia